Veel knieklachten zoals meniscusletsel, lokaal kraakbeenletsel of kruisbandletsel kunnen goed behandeld worden met een arthroscopie van de knie. Ook blijvende ontstekingsreactie van de knie (zwelling, warmte en pijn) kunnen redenen zijn om een arthroscopie uit te voeren.
De associatie orthopedie in Sint Trudo ziekenhuis heeft uitgebreide ervaring met de arthroscopie van de knie.
Diagnostiek
De diagnose wordt gesteld door middel van gerichte vragen en een onderzoek van de knie. Een röntgenfoto wordt gemaakt om losse botstukken of de mate van knieslijtage te beoordelen. Meniscus en kruisbanden zijn niet zichtbaar op een röntgenfoto. Vaak wordt een MRI-scan gemaakt als de diagnose niet helemaal duidelijk is middels het onderzoek en de foto. Het is belangrijk om letsels van andere delen van de knie te herkennen (zijbanden, kruisbanden) voor een optimale behandeling van het knieprobleem.
Behandeling
Voor de operatie is het belangrijk dat de knie zo goed mogelijk buigt en strekt. Soms is de hulp van een kinesitherapeut hiervoor noodzakelijk. De beste indicatie voor een artroscopie is een slotgevoel veroorzaakt door een gescheurde meniscus of een los stuk bot in de knie. Tijdens de operatie kan de meniscus in sommige gevallen worden gerepareerd, in andere gevallen moet het slechte stuk worden verwijderd. Losse botstukken kunnen ook via een artroscopie worden verwijderd uit de knie. Tijdens de kijkoperatie kunnen de mate van kraakbeenschade en bijkomende letsels worden beoordeeld. Ook een kruisband reconstructie wordt grotendeels via een arthroscopie worden uitgevoerd.
Arthroscopie: de operatie
De operatie vindt plaats onder regionale (ruggenprik) of algehele verdoving (narcose). Voordeel van de ruggenprik is dat de patiënt eventueel mee kan kijken in de knie via een extra monitor. Er worden enkele kleine sneetjes gemaakt om de camera/kijkbuisje, watertoevoer en instrumenten (tasthaakje, miniatuurschaartjes, stofzuigertje) in de knie te brengen. Er wordt ruimte in de knie gemaakt door water in de knie te laten lopen. Vervolgens kan de orthopedisch chirurg de operatie verrichten die nodig is. Na afloop wordt er een verband om de knie aangebracht. Na een kort verblijf op de recovery (uitslaapkamer) wordt de patiënt teruggebracht naar de dagbehandeling afdeling. Op de afdeling komt iemand langs om nog uitleg te geven over uw operatie evenals adviezen voor thuis. Als de verdoving helemaal is uitgewerkt mag de patiënt naar huis.
Complicaties
De kans op complicaties bij een arthroscopie is kleiner dan 1%. Complicaties kunnen zijn: bloeduitstorting, trombosebeen, infectie of restklachten van de knie.
Contact met het ziekenhuis
In de volgende gevallen dient u contact op te nemen met het ziekenhuis en de orthopedisch chirurg van wacht:
• Als de hele knie dik of rood wordt en meer pijn gaat doen
• Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was
• Bij het ontstaan van koorts (>38.5º Celcius)
• Uw kuit dik, warm, rood en pijnlijk is (dat kan wijzen op een trombosebeen)