De enkel is een complex gewricht dat een relatief hoge belasting te verduren heeft. Klachten van het enkelgewricht komen veel voor. Deze klachten hebben te maken met verschillende aspecten: stand, belasting, beroep, sport of ouderdom. Blessures van de enkel ontstaan meestal na een verzwikking of verstuiking van de enkel, waarbij de enkelbanden en/of het kraakbeen wordt beschadigd. In veel gevallen is er herstel zonder operatieve behandeling.
Het enkelgewricht bestaat uit drie botdelen: het kuitbeen (fibula), het scheenbeen (tibia) en het sprongbeen (talus).
De botdelen zijn aan de gewrichtszijde bedekt met kraakbeen. Daaromheen ligt het gewrichtskapsel en een aantal gewrichts¬banden (ligamenten) die zorgdragen voor de stabiliteit van de enkel. Er lopen meerdere pezen langs de enkel die belangrijk zijn voor de stabiliteit en bewegingen van de enkel en de voet.
Het enkelgewricht bestaat uit drie botdelen: het kuitbeen (fibula), het scheenbeen (tibia) en het sprongbeen (talus).
De botdelen zijn aan de gewrichtszijde bedekt met kraakbeen. Daaromheen ligt het gewrichtskapsel en een aantal gewrichts¬banden (ligamenten) die zorgdragen voor de stabiliteit van de enkel. Er lopen meerdere pezen langs de enkel die belangrijk zijn voor de stabiliteit en bewegingen van de enkel en de voet.
Het enkelgewricht bestaat uit drie botdelen: het kuitbeen (fibula), het scheenbeen (tibia) en het sprongbeen (talus).
De botdelen zijn aan de gewrichtszijde bedekt met kraakbeen. Daaromheen ligt het gewrichtskapsel en een aantal gewrichts¬banden (ligamenten) die zorgdragen voor de stabiliteit van de enkel. Er lopen meerdere pezen langs de enkel die belangrijk zijn voor de stabiliteit en bewegingen van de enkel en de voet.
Voor een stabiliserende enkelband operatie wordt gekozen wanneer er sprake is van blijvende instabiliteitsklachten ondanks een adequate niet operatieve behandeling. Bij een operatieve behandeling kan gebruik gemaakt worden van verschillende operatiemethoden. De keuze van de juiste operatiemethode hangt onder andere af van de kwaliteit van de uitgerekte enkelband.
Standaard procedure
Bij een enkelinstabiliteit met goed weefsel wordt de standaardprocedure verricht. Hierbij wordt een incisie over de buitenenkel naar voren gemaakt. De enkelband wordt vrijgelegd, doorgenomen en met een anker (klein schroefje waar stevige hechtingen uit komen) weer terug gehecht op de buitenenkel, zodat deze weer korter en steviger is. Hierna wordt het stevige kapsel dat over de gehele enkel loopt (het retinaculum) vrijgelegd en over de enkelband heen gehecht voor extra stabiliteit. De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen.
Aanvullende procedures
Tijdens de operatie kan de orthopedisch chirurg pas echt goed zien of het weefsel van de enkelband stevig genoeg is om te hechten. Soms is er onvoldoende sterk weefsel en wordt ervoor gekozen om gebruik te maken van een internal brace. Dat is een soort veterband die de arts als een nieuwe enkelband met twee ankers kan vastmaken op de plekken waar normaal de enkelband vast zit. De nabehandeling verandert niet als er een van deze aanvullende procedures is verricht.
Soms wordt er in dezelfde zitting ook een kijkoperatie van de enkel verricht als er bijvoorbeeld ook sprake is van kraakbeenschade dat behandeld moet worden.
Nabehandeling
De enkel wordt enige tijd met gips en een walker geïmmobiliseerd om de enkelbanden te laten genezen. Deze moet zes weken aanblijven zowel dag als nacht. De eerste twee weken mag je niet belasten en moet je met krukken lopen. Daarna mag je zonder krukken lopen. Na zes weken moet je nog eens zes weken de hele dag een enkelbrace dragen. Het eerste jaar na de operatie mag je niet sporten zonder brace. Bij intensievere sporten zoals o.a. voetbal/basketbal/volleybal/hockey wordt geadviseerd nog langer met de brace te sporten.
Om enkelinstabiliteit te behandelen kan er voor verschillende behandelmethoden worden gekozen. In eerste instantie wordt er meestal gekozen voor een niet-operatieve behandeling om de stabiliteit van de enkel te vergroten. Hierbij wordt met een kinesist een intensief oefenschema gemaakt om de enkel stabiliteit te trainen en met name om de aansturing van de spieren rondom de enkel te verbeteren. Dit wordt ook wel het verbeteren van de propriocepsis genoemd. Deze intensieve oefentherapie wordt meestal in combinatie gedaan met het dragen van een brace.
Voor bepaalde aandoeningen van de enkel, kan de orthopedisch chirurg een kijkoperatie (arthroscopie) adviseren als niet-operatieve behandeling onvoldoende effectief blijkt te zijn. Tijdens een kijkoperatie wordt niet alleen in het gewricht gekeken, maar kan ook direct een eventuele afwijking worden behandeld.
Een kijkoperatie van de enkel duurt ongeveer 30 minuten tot 1 uur en vindt plaats onder volledige narcose (diepe slaap) of met een ruggenprik. Bij de operatie worden twee kleine sneetjes in de huid aan de voorzijde of achterzijde van de enkel gemaakt. Door de eerste wordt een (camera) arthroscoop in het enkelgewricht gebracht. Deze geeft een beeld van het enkelgewricht op een monitor in de operatiekamer. Het gewricht wordt voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. Daardoor zet de enkel wat uit en kan een duidelijker beeld worden verkregen. Voor een nog helderder beeld wordt het enkelgewricht ‘bloedleeg’ gehouden met een opgepompte bloeddrukband om het bovenbeen. Door de tweede huidopening kunnen verschillende instrumenten worden ingebracht voor de ingreep.
Voordelen van een kijkoperatie
- De ingreep is veilig, het risico op complicaties is veel kleiner dan bij een ‘open’ operatie.
- Bij een kijkoperatie kan er beter zicht op het volledige enkelgewricht worden behaald dan bij een ‘open’ operatie. Hierdoor is het ook mogelijk om een beschadiging die niet was voorspeld direct te behandelen.
- Een kijkoperatie is veel minder belastend dan een ‘open’ operatie. De spieren rondom de enkel hoeven niet te worden losgemaakt en terug gehecht. Omliggende weefsels worden ook minder beschadigd. Hierdoor is het herstel vlotter dan bij een ‘open’ procedure.
Nabehandeling
De meeste kijkoperaties worden in dagbehandeling uitgevoerd. Men kan dus dezelfde dag weer naar huis. Omdat een kijkoperatie minder belastend is voor de enkel dan een ‘open’ ingreep kan het herstel vlot en functioneel verlopen om snel voldoende te herstellen om de dagelijkse bezigheden weer op te pakken.
Bij het vastzetten van het enkelgewricht (artrodese) in verband met artrose is de nabehandeling wel anders dan na andere kijkoperaties aan de enkel. Na het vastzetten van de enkel wordt de enkel 3 maanden met gips en/of een walker boot nabehandeld om de botten aan elkaar te laten groeien. Elke ingreep blijft echter uniek, dus ook het herstel verschilt per patiënt.