Dit is een veel voorkomende aandoening aan de hand waarbij een verspringend gevoel ontstaat bij het strekken van de aangetaste vinger. Soms is de vinger in een buigstand geblokkeerd en moet deze manueel met de andere hand terug rechtgetrokken worden. Dit gaat meestal gepaard met een pijnscheut. Dikwijls is er ook pijn en een knobbel voelbaar aan de basis van de vinger, in de handpalm.
De aandoening wordt veroorzaakt door een ontsteking van de buigpees van de vinger. Het wordt meer gezien bij mensen met suikerziekte en reuma maar kan bij iedereen voorkomen.
De diagnose wordt meestal op de raadpleging gesteld aan de hand van de klachten van de patiënt en het klinisch onderzoek. Indien nodig kan nog bijkomend een echografie worden aangevraagd om de diagnose te bevestigen.
In het begin van de aandoening kunnen ontstekingsremmers en rust soms helpen. Indien onvoldoende kan nog bijkomend een inspuiting met cortisone worden gegeven. Indien dit onvoldoende is of als de klachten snel terugkomen gaan we meestal over tot een ingreep. Deze gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de vinger snel terug te bewegen en te gebruiken. Meestal rekenen we toch op een 6-tal weken rust waarbij best geen zware krachtinspanningen gebeuren.
In het begin van de aandoening kunnen ontstekingsremmers en rust soms helpen. Indien onvoldoende kan nog bijkomend een inspuiting met cortisone worden gegeven. Indien dit onvoldoende is of als de klachten snel terugkomen gaan we meestal over tot een ingreep. Deze gebeurt via dagopname. Het is de bedoeling om na de ingreep de vinger snel terug te bewegen en te gebruiken. Meestal rekenen we toch op een 6-tal weken rust waarbij best geen zware krachtinspanningen gebeuren.